Patricia Kopatchinskaja - Le monde selon George Antheil - De Volkskrant
Voordat hij het avant-gardisme inruilde voor commerciëlere, tonale composities, noemde de Amerikaan George Antheil (1900- 1959) zichzelf op concertaffiches een ‘pianist-futurist’. Hij hield van een publiciteitsrel en beschreef in zijn memoires hoe hij ooit in Boedapest een revolver op de piano legde om een opstandig publiek te sussen. De Eerste sonate voor viool en piano (1923) stamt uit deze fase, waarin hij ‘machinale muziek’ schreef. Zoals Antheil voor ogen had, zou Patricia Kopatchinskaja’s viool in de stompende hoekdelen net zo goed een snerpende zaag of een snorrende distributieriem kunnen zijn. De raspende akkoorden van pianist Joonas Ahonen landen met verrukte precisie. In de rustigere tussenstukken is de piano een zacht tikkend uurwerk, terwijl de viool kronkelt en roetsjt door Arabisch klinkende figuren.
Het voortreffelijk spelende duo geniet er hoorbaar van, maar de echte schatten op dit album zijn een enerverende Zevende vioolsonate van Beethoven – Antheils idool –, en drie subtiele stukken van zijn jongere tijdgenoten John Cage en Morton Feldman.