JS Bach Matthew Passion - Dunedin Consort - Trouw
Watvalt er nog toe te voegen aan de omvangrijke discografie van Bachs ‘Matthäus Passion'? Elk jaar stelje jezelf die vraag en toch verschijnt er bijna elk jaar wel weer een nieuweopname die opvallend is. Die opvallend opname komt dit jaar uit Groot-Brittannië, en wel van het DunedinConsort & Players onder leiding van John Butt. Vorig jaar verrasten Butt enzijn exquise clubje musici en zangers met een voortreffelijke opnamevan ookalzo'n ‘dijenkletser' onder klassieke composities: Händels ‘Messiah'. Die opname op het Britse label Linn Records won prompt(en terecht) een Gramophone Awardvoor beste cd in de categorie ‘vocale barokmuziek'.
John Butt is naast muzikaal leider van het Dunedin Consort & Players ookmusicoloog. Hij levered onder andere stevige bijdragen aan de ‘CambridgeCompanion to Bach'. Zijn boek ‘Bach's dialogue with Modernity: Perspectives on the Passions' verschijnt volgend jaar.
Zijn toelichtingen bij deze nieuwe Matthäus-opname zijn helder enverrassend. Butt schrijft dat de passie in oratoriumstijl in Leipzig zijnintrede deed in 1717 en dat de oude Kuhnau het passieoratorium pas in 1721 aande Thomasschule introduceerde. Dat is slechts twee jaar vóór Bach in Leipzigarriveerde. En dus is de ironie, schrijft Butt, dat wij in onze tijd veel meerweten over Bach en zijn passies dan zijn tijdgenoten, en dat wij deze en andereBach-muziek vele malen vaker hebben hehoord dan de originele toehoorders.
Butts schrijfstijl is even verfrissend als zijn muzikale aanpak. Als musicoloog én uitvoerder is hij eenadept van de kleinschalige passie, wat wil zeggen dat hij gebruikmaakt van achtzangers - vier in elk koor. Rake observaties doet Butt over de zangers die departijen ven Evangelist en Christus zingen en hij legt mooie verbanden met de anderearia's die zij colgens hem behoren te zingen. Het zou dorre musicology blijvenals Butt zijn ideeënniet in overtuigende klanken zou omzetten.
Dat doet hij met het uitstekende Dunedin Consort & Players op eenbewonderenswaardige manier. Zijn interpretatie klinkt open en vrij; onbekommerdbijna. Alsof iemand ongehinderd door historisch besef of baggage aan dit grotewerk is begonnen. Als luisteraar heb je het gevoel met Butt en zijn musici opontdekkingsreis te gaan. In het openingskoor is het meteen ‘raak' met het geodetempo en een opvallend dansante frasering. Butt deelt de passie op in vijftienscènes dieelk culmineren in een aria. Verder wordt de instrumentatie van Bachs eigenlaatste uitvoering gebruikt. Dat betekent een klavecimbel in plaats van orgelin orkest II en een extra viola da gamba in de tenoraria ‘Geduld'.
Deacht zangers (plus vier voor de kleine rolletjes) zingen als englegen.Evangelist Nicholas Mulroy is een wonderbaarlijk goed verteller en de Christusvan Matthew Brook is allesbehalve een zalvende zanger. Dit is een versie waarinmusicology is omgezet in verrassende muzikaliteit.